Leer meer over alle coderingen die op autobanden te vinden zijn en die door bandenproducenten gebruikt worden.

Check wat de betekenis van een bandenmaat is en hoe je de productiedatum van autobanden kunt aflezen, wat de snelheidsindex is en waarmee m+s banden worden gekenmerkt. 

Zie waar je informatie vindt over velgrandbescherming. We nemen alle eventuele twijfels over bandencoderingen weg. 

Door het correct aflezen van bandencodes wordt het makkelijker om de juiste autobanden te kiezen en ze verder probleemloos gebruiken. We zullen de betekenis van raadselachtige tekens op banden op een makkelijke en transparante manier verklaren.

De meest voorkomende coderingen op autobanden

Bandenmaat

Waar vindt je de bandenmaat?

De bandenmaat staat op de zijkant van de band. Zoek voor een blok van tekens, bv. 205/55 R16 91 V of 195/50 R15 82T. De informatie over de bandenmaat (en vaak ook over de mogelijke alternatieve maten) is ook te vinden:

  • op de deurstijl aan de bestuurderskant, 

  • in het dashboardkastje,

  • op de tankklep, 

  • in de handleiding van de auto.

Wat is de betekenis van bepaalde codes?

195 - breedte van de band in millimeters. 

50 - verhouding tussen de hoogte van de zijwand (waarop deze informatie staat) tussen de breedte van de band, uitgedrukt in %. In dit geval betekent “50” 50% van 195 mm, oftewel 97,5 mm. 

R - radiale constructie van de band. 

15 - diameter van de velg, uitgedrukt in inch. 

82 T - load index met waarde 82 en snelheidsindex T (de betekenis van snelheidsindexen en Draagvermogenindexen zijn onderaan te vinden). 

C - codering van de band voor een bestelwagen.

Snelheidsindex

Snelheidsindex is de codering die voor de maximale toegestane snelheid op een bepaalde band staat. Het is te vinden op de zijkant van de band, naast de bandenmaat.

De meest voorkomende snelheidsindexen:

Qtot 160 km/h
Rtot 170 km/h
Stot 180 km/h
Ttot 190 km/h
Htot 210 km/h
Vtot 240 km/h
Wtot 270 km/h
Ytot 300 km/h

Draagvermogenindex

Draagvermogenindex is de volgende belangrijke bandencodering. Staat voor de maximale toegestane belasting van een band bij het rijden met de maximale toegestane snelheid. Het is absoluut niet toegestaan om banden te gebruiken met een lagere loadindex dan aanbevolen voor het bepaalde automodel. 

Bijvoorbeeld een band met de belastingindex 91 kan met maximaal 615 kg belast worden. Als je deze waarde vermenigvuldigt met het aantal banden op jouw auto, krijg je een resultaat dat alleen een beetje hoger is dan het maximale toegestane gewicht van jouw auto met volle belasting (deze waarde is te vinden in jouw serviceboekje). 

De meest voorkomende loadsindexen:

 Index

Draagver-
mogen 
(kg)

 Index

Draagver-
mogen 
(kg)

 Index

Draagver-
mogen 
(kg)

 Index

Draagver-
mogen 
(kg)

 Index

Draagver-
mogen 
(kg)

8045087545946701018251081000
8146288560956901028501091030
8247589580967101038751101060
8348790600977301049001111090
8450091615987501059251121120
8551592630997751069501131150
86530936501008001079751141180

Alle coderingen op autobanden (alfabetisch)

#

3PMSF - dit symbool bevestigt de wintereigenschappen van de band en is te vinden op winterbanden en vierseizoenenbanden.

Het symbool 3PMSF op de band.

Het symbool 3PMSF op de band.

B

Codering BasePen - de band is elektrisch geaard (in een groef die door het middel van het loopvlak loopt is het silicamengsel te vinden dat elektrische ladingen afleidt). 

Codering BLT - (Raised Black Letters) zwarte opgeheven letters. 

Codering BSW - (Black Sidewall) letters op de band zijn zwart.

C

Codering COLD - een informatie om bandenspanning op koude banden te meten.

De productiedatum is te vinden op het einde van DOT code.

De productiedatum is te vinden op het einde van DOT code.

D

Codering DOT - (Department of Transportion) de eigenschappen van de band stemmen overeens met alle veiligheidsnormen van het Department of Transportation (USA). Naast deze codering staat de uit twaalf tekens bestaande identificatiecode van de band of een serienummer. Op het einde van DOT code staat de productiedatum van de band. 

De productiedatum van de band - staat op het einde van DOT code. Op de foto staat de band van het merk Matador die in 42 week van het jaar 2008 geproduceerd werd. De informatie over de leeftijd van een autoband staat ook op de zijwand. Zoek een identificatiecode die met DOT begint. Het is een blok van 7-12 tekens, die informatie over de hele bandenpartij die in een bepaald fabriek geproduceerd werd. De vier laatste cijfers van deze code (meestal omgeven met een kader) geven een informatie over de productiedatum van banden. Bijvoorbeeld - 4208 - twee eerste cijfers is de productieweek en twee laatste is het productiejaar, dus deze band werd in 42 week van 2008 geproduceerd. 

Codering DSST - RunFlat band van Dunlop. 

E

Codering ECE, e, E - afkorting van Economic Commision of Europe, staat voor de Europese homologatie

Codering EMT - (Extended Mobility Tyre) - Run flat band van Goodyear, band waarop het mogelijk is door te rijden wanneer je een lekke band krijgt

F

Codering FP - (Fringe Protector) oftewel RFP (Rim Fringe Protector) band met velgrandbescherming Dunlop gebruikt de afkorting MFS. 

Codering FR - band met velgrandbescherming, die een velg tegen mechanische beschadigingen beschermt. Ze zijn vooral te vinden in banden met het profiel 55 of lager. Het is afhankelijk van de producent en van de bandenmaat. Voorbeelden van maten, waarbij banden met velgrandbescherming het meest voorkomend zijn: 205/45 R16, 195/50 R15, 205/55 R16 (er zijn uitzonderingen). Meer zeldzaam in de maten: 145/65 R15, 235/70 R16 (voor SUV). De codering FR staat niet op de zijkant van de band. 

I

Codering INSIDE - deze teken wordt gebruikt bij asymmetrische banden, informeert welke kant van de band in de richting van de auto gemonteerd moet worden. Deze zijkant mag niet zichtbaar zijn van de buitenkant van de auto.

J

Codering JLB - (Jointless Band) eindeloze gordel van nylon. 

L

Codering LI - (Load Index) index die het maximale draagvermogen van de band aanduidt. 

Codering LT - (Light Truck) een codering die informeert dat de band voor 4x4 auto’s en lichte vrachtwagens bestemd is (gebruikt in USA). Staat voor de bandenmaat. 

M

Codering MAX - maximum, oftewel de maximale bandenspanning.

Codering M+S - (eng. mud and snow) - modder en sneeuw, gebruikt als de codering voor winterbanden, allseasonbanden en SUV/terreinbanden; staat vaak op banden die uit landen buiten Europa afkomstig zijn; deze codering is alleen een declaratie van de producten, en geen officieel symbool dat echte wintereigenschappen van de band bevestigd.  

De codering M+S staat niet alleen op winterbanden en vierseizoenenbanden.

De codering M+S staat niet alleen op winterbanden en vierseizoenenbanden. 

Codering MFS - (Maximum Flange Shield) - velgrandbescherming; sommige winterbanden hebben een rand die de velg beschermt. Deze rand is bestemd voor de bescherming van de velg tegen mechanische beschadigingen die kunnen voorkomen bv. bij het tegen een stoeprand aanrijden. Er bestaan verschillende codes voor velgrandbescherming, afhankelijk van de producent. De meest vookomende behalve MFS zijn: 

Codering RFP (Rim Fringe Protector) - velgrandbescherming, 

Codering FP (Fringe Protector) - velgrandbescherming, 

Codering FR (Felgen Ripen) - een ring die de velg beschermt. 

O

Codering OWL - (Outlined White Lettering) witte letters.

Codering OUTSIDE - staat op asymmetrische banden, staat voor de manier van monteren van de band. Outside betekent dat deze kant van de band zichtbaar moet zijn aan de buitenkant van de auto na de montage. 

P

Codering P - (Passenger) een symbool dat voor de bandenmaat staat. Het betekent dat de band voor personenauto’s bestemd is (gebruikt in USA).

Codering PAX - band van Michelin zero spanning met de stabiele ring binnen de band. 

Codering PSP-Beta - de constructie van de band wordt gekenmerkt door speciale overlappen die het lawaainiveau minimaliseren. 

R

Codering R - (Radial) radiale band

Codering RBL - (Recessed Black Lettering) concave zwarte letters. 

Codering RETREAD - coverband.

Codering RF - staat voor het Engelse Reinforced; dat is een verstevigde band met een verhoogd draagvermogen. De betekenis is vergelijkbaar zoals bij banden met een XL code. Andere coderingen voor Extra Load banden zijn bv. EXL, RFD, REF, REINF. 

Codering RFT - Run Flat Tires, Run flat band, gebruikt door Bridgestone, Firestone, Pirelli. 

Codering RIM PROTECTOR - de band heeft oplossingen die de velg tegen beschadigingen beschermen. 

Een velgrandbescherming beschermt de velg tegen beschadigingen of slijtage.

Een velgrandbescherming beschermt de velg tegen beschadigingen of slijtage. 

Codering ROF - (Run On Flat) het symbool gebruikt door Goodyear en Dunlop om banden te markeren waarop je kunt rijden wanneer je een lekke band krijgt. 

Codering ROTATION - altijd samen met een pijl, staat voor de draairichting, gebruikt voor directionele banden. 

De codering ROTATION informeert over de juiste manier van  montage van een directionele band.

De codering ROTATION informeert over de juiste manier van  montage van een directionele band. 

Codering RSC - De afkorting van Run Flat System Component. Het staat op Run Flat banden die op BMW’s gebruikt worden. 

Codering RWL - (Raised White Lettering) verheven witte letters. 

S

Codering SST - (Self Supporting Technology = RunOnFlat) een band waarmee, ondanks verlies van lucht en daarmee bandenspanning, een bepaalde afstand overbrugt kan worden.  

Codering SI - (Speed Index) maximale toegestane snelheid. 

T

Codering TL - (Tubeless Tyre) band zonder binnenband. 

Codering TT - (Tubed Type Tyre) band met binnenband. 

Codering TWI - afkorting van Engels -Treadwear Indicator (bandenslijtage-indicator). De codering TWI staat 6 keer op het loopvlakprofiel en betekent de grens van de maximale toegestane slijtage van het loopvlakprofiel. Als het loopvlakprofiel tot TWI verslijt, betekent het dat de band minimale toegestane slijtage van 1,6 mm heeft bereikt. Dan moet de band vervangen worden. 

U

Codering ULW - bij de constructie van de band worden aramide koorden gebruikt. 

V

Codering VR of ZR - snelheidsindexen samen met de bandenmaat. Coderingen VR en ZR betekenen dat band kan gebruikt worden met maximale toegestane belasting met maximale snelheden: 

  • VR - tot 210 km/h, 
  • ZR - tot 240 km/h. 

Bijvoorbeeld: 225/45 ZR17 91 W betekent dat deze band met een volle belasting van 240 km/h gebruikt kan worden en de maximale toegestane snelheid voor deze band is 270 km/h. 

X

Codering XL - (Extra Load = RF) band met een verstevigde constructie en een verhoogd draagvermogen.

Extra load banden hebben een speciale constructie voor het gebruik met grotere belastingen.

Extra load banden hebben een speciale constructie voor het gebruik met grotere belastingen. 

Z

Codering ZP - Zero Pressure, Run flat band van Michelin. 

Additionele informatie over codes op autobanden 

Bandenlabel uitleg 

Sinds 1 november 2012 is het verplicht om op elke band, geproduceerd na 30 juni 2012, een label te plaatsen metde essentiele prestaties van de band. Er bestaan drie parameters:

  • rolweerstand, die brandstofverbruik en kooldioxide-emissie beïnvloedt, 
  • grip op nat wegdek, die het algemene veiligheidsniveau van de band aanduidt, 
  • lawaainiveau, dat invloed op het algemene lawaai van wegverkeer heeft. 

Labels geven algemeen inzicht op de prestaties van de band maar zeggen niets over veel belangrijke parameters, bijvoorbeeld cruciale prestaties van winterbanden. De labels mogen dus niet uitsluitend de aankoop van banden bepalen. 

Labels op banden zien eruit als labels op AGD/RTV.

Labels op banden zien eruit als labels op AGD/RTV.

Hoe onderscheid je winterbanden van zomerbanden?

Winterbanden hebben op de zijkant een M+S codering(Eng. Mud + Snow, Modder + Sneeuw) en 3 Peak Mountain Snowflake codering. Soms staat er op de band geen M+S symbool maar het symbool 3PMSF, wat betekent dat de band voor het winterseizoen bestemd is.  

Het is een beetje moeilijker om een winterband van een vierseizoenenband te onderscheiden. Zulke banden hebben in Europa meestal zowel M+S zoals 3PMSF codering. Verschillen zijn zichtbaar op het loopvlakprofiel . Een allseason band heeft minder groeven dan een typische winterband maar meer dan een zomerband. Sommige modellen worden met een asymmetrisch loopvlakprofiel uitgerust waarbij de ene helft zorgt voor de zomereigenschappen (zomerprofiel met minder lamellen) en de tweede helft voor wintereigenschappen. 

De namen van allseason banden suggereren meestal goede prestaties door het hele jaar, bijvoorbeeld “All Season”, “Quatrac”, “Quadraxer”, “4Seasons”, “All Weather”, enz. Sommige producenten hebben ook hun eigene, individuele codes voor vierseizoenenbanden - meestal laten ze makkelijk de type van de band herkennen. 

Wees opmerkzaam op banden die de M+S codering zonder een sneeuwvlokje hebben. Dat kunnen banden uit USA zijn waar de meeste producten een M+S codering hebben, maar ze hebben niets te maken met echte winter- of all season banden. In Europa hebben all season banden vergelijkbare prestaties zoals winterbanden en dus hebben ze meestal een 3PMFS symbool. M+S codering kan staan op terreinbanden of banden voor SUV’s, ongeacht hun bestemming voor een bepaald seizoen. 

Kortom, alleen het symbool 3PMFS is de enige garantie dat een bepaalde band zal goed onder winterweersomstandigheden presteren. 

Coderingen UTQG

Coderingen UTQG (Uniform Tire Quality Grading - Unifome Classificatie van Bandenkwaliteit) worden vooral gebruikt op banden uit USA, maar komen soms ook voor in Europa (sommige modellen zijn verkrijgbaar op beide markten). Officieel gelden ze niet in Europa, daarom informeren producenten niet over de betekenis en waarde voor bepaalde modellen. 

Zulke coderingen zijn te vinden op de zijwand van de band in de vorm van waarden:

TREADWEAR – bestendigheid van het profiel tegen de slijtage, 

TRACTION – grip op nat wegdek, 

TEMPERATURE – bestendigheid van de band tegen de verhitting. 

TREADWEAR 

Om dit concept beter te verklaren, moeten we eerst een referentieband voorstellen. Het is een genormaliseerd model, met parameters die voor TREADWEAR 100 staan.  Op banden kunnen verschillende waarden van TREADWEAR staan, die altijd een veelvoud van 20 zijn (60 - 80 - 100 - 120 - ... 200 ... 800). Hoe worden ze toegedeeld? Een testproef wordt gedaan onder gecontroleerde omstandigheden, op aangewezen routes over een afstand van 6 - 400 mijl (ongeveer 10 - 300 km) in de buurt van de luchthaven Goodfellow, San Angelo, TX. Testbanden worden gemonteerd op een speciaal voorbereidde auto samen met referentiebanden met een index 100 en dan wordt de slijtage vergeleken. Zijn niveau wordt elke 800 mijl gemeten (1287 km), en de banden worden verplaatst (rotatie). Op basis van de resultaten, krijgen de banden de juiste indexen, dus 60, 100, 200 of 400. 

Als de band een index 60 heeft, bedraagt zijn duurzaamheid 60% van de duurzaamheid van de referentieband (met de index 100). Als gevolg daarvan, zal een band met index 60 bijna 2 keer sneller verslijten dan een band met index 100. Daarnaast, zal een band met index 200 2 keer langzamer verslijten dan de referentieband maar 2 keer sneller dan een band met index 400. Het model met index 400 zal 4 keer duurzamer zijn dan de referentieband (index 100).

TRACTION

De grip in het kader van UTQG coderingen wordt uitgedrukt met letters. AA is de beste beoordeling, daarna A en B en de laagste index is C. Met behulp van deze codering wordt de bestuurder geïnformeerd over de remweg op nat wegdek. 

De TRACTION parameter wordt getest op een weg van asfalt of beton, onder vastgestelde omstandigheden. Bij de test moet de remafstand van de testauto gemeten worden bij een snelheid van 65 km/h. Tijdens de test wordt ABS uitgeschakeld. 

In Europa is het laagste toegestane niveau van de parameter TRACTION A. Voor dynamische en agressieve bestuurders worden banden met AA aanbevolen. Indexen B en C worden alleen in USA toegestaan en in Europa is het beter om deze niet te kopen. Het is ook van belang te weten, dat de parameter TRACTION niet informeert over het grip op droog wegdek, in bochten of over de bestendigheid tegen aquaplaning. 

TEMPERATURE

De laatste van de UTQG parameters is TEMPERATURE, die bestendigheid tegen verhitting tijden het rijden meet. Bij het rijden onder hoge snelheid wordt de band zeer verhit, wat zijn leeftijd kan beïnvloeden. Om een index toe te kennen (A, B, C zijn mogelijk, waarbij A de beste is) worden laboratoriumtests uitgevoerd. Tijdens de tests wordt de band onderzocht. Bestendigheid tegen verhitting is verbonden met de snelheidsindex van banden. De test duurt 30 minuten. Voor de A index moet de band voor de test bij een snelheid van 115 mph (185 km/h) slagen, voor B is het 100 mph (160 km/h) en voor C 85 mph (137 km/h). 

De codering TRACTION (grip) en TEMPERATURE (bestendigheid tegen verhitting) in Europa moeten minstens de waarde A hebben. De TREADWEAR parameter zal helpen om duurzame banden te kiezen. 

Vergeet niet dat het verschil tussen banden met index 200 en 400 vrij groot zal zijn. Coderingen UTQG kunnen alleen indicatief beschouwd worden. Ze zijn niet geldig in Europa en zijn waarden worden onder Amerikaanse omstandigheden bepaald.